Maangat
Gelijk kaarsen krimpen de dagen
Tot God zo kort als rot is ingeklonken
Met in tienduizend dingen ingebed: een wens,
waarmee hoop en groei nog juist gered
Zie God, zo kort als rot: de mens!
Tot slechts essentie van zichzelf geslonken
Joh, mocht ik door je gaatje turen
Dan zou ik talmen te geloven
Talm ik geloven dat je louter hebt gekaatst
wat door ons effectloos eerder opgeslagen
Wakkerwaans leven
in omgekeerde weerschijn weliswaar
upsidedown en viceversa weliswaar
Op accidenteel doek de reflectie weliswaar
Toch herken ik in dit nachtelijk braken
In ogen, oren, monden de buren
En als ik door mijn haren heel goed kijk
zie ik op hun achterwand mijn eigenlijk