17. maartgedicht
(incidents) … I wait and wait Sometimes, rarely I come down Picturing myself where I am missing (where the least expected ) Patience is a whisper Hard to hear Ay… Still waiting Listening wind
17. februarigedicht
(we zwaaien) Je keek weg Lang volgde ik je blik Tot je wat anders zag dan ik M’n muze, m’n hartezeer, ik kon je niet volgen, verlang je daarom des temeer Ik spit getrouw mijn land bemest het; ik bloei mijn planten, schik ze op afstand Je maan beschijnt […]
17. januarigedicht
Rebel rebel (Bowie) Beet in eigen staart, draaide met vaart steeds sneller pirouetjes. Boorde me zo een mansdiep gat. Drukte mijn tutu plat maar gedroeg me als aardigaard relatief lang netjes.
16. decembergedicht
Zolang je (denkend aan Campert) Zolang je nog Zolang je nog kunt ademen. En ademtochten tellen kan. Wanneer je dagen die te zeer vertragen stil laat vallen, ooit… in de durende nacht. Zij hun lichtende pracht aan jou niet kenbaar meer willen maken. Zolang je maar Zolang je maar je ogen open […]
16. novembergedicht
Muze (5) Sirenen verzorgen de proloog, weekmakers zijn het! Hun opmaat ontlast de wapenen van hun taak Het poreuze landschap ademt ruimte Oneindige weidsheid nodigt uit te blijven zweven Er is niets wat aanhaakt, niets beklijft Geen bomenstaketsels, ondoordringbaar struikgewas, dorre vlaktes, ruig gebergte, mensen, woorden je opent je vingers, […]
16. oktobergedicht
Drie manen verder Heb je tienduizend spullen door je handen laten gaan Dezelfde spullen in verhuisdozen nooit teruggevonden, Soortgelijke spullen zijn op soortgelijke plekken komen te staan Preuts plooien ze licht om dit onbekend domein te doorgronden Als het opgeworpen stof eindelijk is neergedaald, de nieuwe stilte langzaamaan begint te wennen, worden van ongeduld popelende mogelijkheden onthaald Zijn er […]
16. juligedicht
Laat het bestaan Geef het geen naam Omkader het niet Sluit je ogen, slik je in Slecht grenzen Laat je alleen, vederlicht met vogels resoneren, of Doe de waterloop het pad der wijzen Haal terug je wens je ijdel streven Stap van het verlangen af Laat gewoon de weg Slik […]
16. junigedicht
Le temps perdu Haar evidentie doet niets ongewoons vermoeden De aarde is immers fragile noch eindeloos Ik mocht willen, kunnen, eindeloos genieten Van haar ronde tieten, zachte billen, haar doos Waar ook Pandora, ik zal haar vinden ik leg haar bloot, echoput van het heelal Ze zal me gaan verslinden, ik ruk […]
16. meigedicht
Quidditas (dit-heid) Zo transparant, zo teer het kuiken… Zie het hartje van groeien driftig kloppen Wat zette het tot kloppen aan, was er oorzaak? Kon alles niet gewoon in stilte blijven staan? En weer verschijnt de zon boven de einder. Weet hoe doorzichtig maar kort de ochtendstond Hoe onzeker ook het groen, […]