Ommekeer
De Ee staat stil,
En o! de Aa. Gestrand,
balsturig in impasse, samen
verlangen ze naar t niemandsland.
Het water, toeristen moe,
wil anders, sereniteit en klasse!
Genoeg t gelijk beamen, wil
naar onvermoede plaatsen toe.
Burgers malen, draaien onrust
door hun slaap en klamme lakens,
zien het zwerk al drijven:
rampen, catastrofes, hartenlust
Lacht achter in mijn dromen,
hoog en zeker van haar macht,
De maan! laat water stromen
richting Bartlehiem of Nooitgedacht
Rimpelloos wacht de Ee nog stil
op noodzakelijk niveauverschil
En o! de Aa. In wellust kabbelt ze
de aanlokkelijke waker achterna