The moon lights me when I am dark
Als we omarmen, benader ik meer mijn vel
Het voelt goed, nauw aan jou gekluisterd zijn,
zolang we onze zinnen voeden
Met je oor op mijn borst hoor je me
rammelen als ik beweeg. Mijn gewichtig ego
is gekrompen; volgt, sluit later aan bij elke stap.
Mijn huid wordt rudiment, hangt er vaak fut -en
bloedeloos bij, voelt geen drang meer
om te regenen of te blozen
Nabij je, lijk ik veel beter precies
in mijzelf te kunnen passen: Dat geeft moed, kunnen
overlopen me zelfs kunnen overstijgen!
Hoe dieper echter de mijn, die ik ben, lijkt
hoe dichter ik het ultieme sublieme nader,
hoe meer mijn huid in jou lijkt op te lossen.