Ontwaken
Vol vertrouwen liep ik meters
in de verticale – tegenover tijd in de horizontale as:
een gave boog in wording, krommend,
westwaarts op de einder af.
Achter wachtende gordijnen ligt het doel nog in de schemer.
Juist nam ik mij eeuwig ochtend voor,
en verknoopte ik lange schaduwen tot perspectief
–
Toen ongewoon de zon zich vierkant tegen me keerde.
En aan haar achterzijde verscheen
roodgloeiend mijn naam.
Hoe kon ik in mijn onschuld, hoe kon ik…
het niet weten weten, als ik van weten al niet wist?
Het opgemaakte diagram laakt
met dito bed de variabelen.